12 nov Streep door verhoging AOW-leeftijd in 2030
Hoe langer mensen gemiddeld leven, des te later ze met pensioen kunnen. Althans, dat is de gedachte achter de rekenmethode waar de AOW-leeftijd op gebaseerd is. Maar wat als de levensverwachting minder stijgt dan verwacht? Deze vraag wordt in een recente brief aan de kamer van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum beantwoord.
Stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd
De AOW-leeftijd, oftewel de leeftijd waarop men recht heeft op een basispensioen vanuit de overheid, is gekoppeld aan de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Deze koppeling zorgt ervoor dat de AOW-leeftijd mee kan stijgen met de levensverwachting. Kortom, naarmate we als mensen ouder worden, moeten we langer doorwerken. De verhoging wordt elk jaar opnieuw berekend en vijf jaar van tevoren aangekondigd, zodat er geen jojo-effect ontstaat.
Eerder al werd de AOW-leeftijd voor 2029 op 67 jaar en drie maanden vastgesteld. Uit recente cijfers van het CBS blijkt dat de levensverwachting minder snel stijgt dan eerder werd verwacht, onder andere door een hogere oversterfte in recente jaren. Dit heeft gevolgen voor de verhogingen van de AOW-leeftijd.
AOW-leeftijd in 2030: geen verdere verhoging
Door de gewijzigde verwachtingen van de maximale leeftijd is besloten om de AOW-leeftijd in 2030 niet verder te verhogen. Dit betekent dat de leeftijd blijft op 67 jaar en drie maanden, hetzelfde als voor 2029. Eigenlijk zou de AOW-leeftijd omlaag moeten op basis van de huidige cijfers. Dit echter niet mogelijk omdat bij wet is geregeld dat deze niet kan worden verlaagd als dat in tegenspraak is met de eerder genoemde vaststelling eens per 5 jaar.
Rekenmethode aanpassen?
De minister stipt aan dat de AOW-leeftijd misschien op een andere manier berekend moet worden bij een eventuele omslag in de levensverwachting. Daar is nu nog geen sprake van. De levensverwachting stijgt nog steeds, al gaat het in een langzamer tempo dan vóór de coronapandemie.
Verschil AOW- en pensioenrichtleeftijd
De AOW-leeftijd is dus de leeftijd waarop je recht hebt op een basispensioen van de overheid. Deze leeftijd hangt af van hoe lang mensen gemiddeld leven en kan dus veranderen. De pensioenrichtleeftijd is de leeftijd waarop de overheid het liefst ziet dat mensen hun aanvullend pensioen laten beginnen. Deze richtleeftijd bepaalt ook hoe je belastingvoordeel krijgt op je pensioenopbouw. Zie het als een soort standaard die de overheid aanhoudt. Wijk je hiervan af, check dan in hoeverre dit fiscale gevolgen heeft. Worden mensen gemiddeld ouder, dan zal ook de pensioenrichtleeftijd vroeg of laat volgen.
Het is afwachten of het inderdaad om een tijdelijke afname in de groei van de gemiddelde leeftijd gaat. Het antwoord hierop zullen we pas over één of meerdere jaren krijgen. Tot die tijd wordt het pensioenbeleid van de overheid gebaseerd op de huidige stand van zaken.