13 jan Hypotheek met kortere renteperiode? Toetsrente bepaalt maximale lening
Sluit je een hypotheek met een kortere renteperiode dan tien jaar, dan heb je te maken met de toetsrente. Dit is de rente die geldverstrekkers moeten aanhouden bij het berekenen van jouw maximale hypotheek. Ieder kwartaal bepaalt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de hoogte van de toetsrente. Net als in de afgelopen jaren wordt ook het eerste kwartaal van 2021 een toetsrente van 5 procent aangehouden. Waarom blijft de toetsrente zo hoog?
Een hypotheek met een rentevaste termijn van 5 jaar kan je al afsluiten tegen 0.75 procent rente. Fors lager dan de vijf procent toetsrente waar geldverstrekkers jouw maximale hypotheek op baseren. Door de dalende hypotheekrentes is het verschil met de toetsrente alleen maar toegenomen in de afgelopen tijd.
Bij welke hypotheken geldt de toetsrente?
De toetsrente is alleen van toepassing op hypotheken met een rentevaste termijn tot 10 jaar, inclusief een variabele rente. Bij hypotheken met een langere rentevast termijn mogen geldverstrekkers met de werkelijke rente rekenen. De rente staat immers voor langere tijd vast en een eventuele verhoging van de rente heeft minder invloed op de lasten van de huiseigenaar.
Hoe wordt de toetsrente bepaald?
De AFM ontvangt van de zes grootste hypotheekaanbieders de rente van een annuïtaire hypotheek met een rentevaste periode van tien jaar. Vervolgens wordt er gekeken naar het gewogen gemiddelde van deze rentes en wordt de toetsrente bepaald. De overheid heeft echter bepaald dat de toetsrente minimaal vijf procent moet zijn, zelfs als het gewogen percentage eigenlijk lager uitvalt. Dit verklaart het grote verschil tussen de toetsrente en werkelijke rente van hypotheken met korte rentevaste periode.
Toetsrente als bescherming
De regelgeving moet huizenkopers beschermen tegen te hoge schulden en de gevolgen van renteschommelingen. Zo mag je nog maar honderd procent van de woningwaarde lenen. De toetsrente is ook een voorbeeld. Er wordt zoals gesteld gerekend met een hogere rente dan de daadwerkelijke rente bij het afsluiten van de hypotheek. Het verschil is een buffer wanneer de hypotheekrente stijgt en je geen gebruik meer kunt maken van de oorspronkelijke lagere rente.
Het afsluiten van een hypotheek met een korte rentevaste periode heeft zijn risico’s. Na het afsluiten kan de rente stijgen, waardoor je te maken krijgt met hogere rentelasten. De toetsrente dient ter bescherming. Overigens is een langere renteperiode ook niet vrij van risico. Zo zijn er veel huiseigenaren met een langlopende hypotheekrente die niet profiteren van de gedaalde rente. Benieuwd welke rentevaste periode aansluit bij jouw situatie en wensen? Onze adviseurs nemen graag de mogelijkheden met je door. Geef dit aan via het onderstaande contactformulier.